woensdag 20 juni 2007

Soldaat ziet zich ‘genoopt’ het vuur te openen

Een Novum-persbericht van 6 juni 2007 beschrijft een drama in Hebron. Israëlische soldaten vielen het huis van een bejaard koppel binnen, op zoek naar de zoon, die zou behoren tot een gewapende groepering. De bejaarde man trachtte zich te verzetten, waarop een soldaat hem in het hoofd schoot. In het persbericht leest de lezer dat ‘de militairen zich genoopt zagen het vuur te openen’.

Wanneer een soldaat dodelijk geweld gebruikt tegen een burger in situaties die voor hem niet levensbedreigend zijn, schendt hij het recht op leven. Voor situaties die wel levensbedreigend zijn, bepalen de Basic Principles on the Use of Force and Firearms by Law Enforcement Officials het volgende: ''Whenever the lawful use of firearms is unavoidable, law enforcement officials shall minimize damage and injury, and respect and preserve human life” (Principle 5). Dat lezen we in het Amnesty-rapport ‘Excessive use of lethal force’. De reactie op een bedreigende daad (hier het vermeend grijpen naar een geweer van één van de soldaten) moet dus proportioneel zijn met de bedreiging. Of dat in dit geval zo was, is moeilijk te bepalen. Net daarom is neutrale berichtgeving belangrijk. Het persbericht geeft het voordeel van de twijfel aan de soldaat

Een persbericht van Al-Haq, een Palestijnse juristenorganisatie met consultatieve status bij de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties, brengt een ander verhaal van dezelfde feiten. We leren dat de Israëlische soldaten de ziekenwagens, die inmiddels waren toegekomen, een kwartier deden wachten. Dit is een schending van Principle 5, dat stelt: ''Whenever the lawful use of firearms is unavoidable law enforcement officials shall ensure that assistance and medical aid are rendered to any injured or affected persons at the earliest possible moment”

Schendingen van mensenrechten zijn even nieuwswaardig als een soldaat die zijn leven bedreigd ziet door een burger.

Pieter Stockmans
Landenteam Israël/OT/PA
Amnesty International Vlaanderen

Oost-Jeruzalem ligt niet in Israël

In een Belga-persbericht van 5 juni 2007 staat het volgende te lezen: “In Israël betoogden pacifistische organisaties in Tel Aviv en in Oost-Jeruzalem.” Dit wekt verkeerdelijk de indruk dat Oost-Jeruzalem gelegen is in Israël. Een korte geschiedenisles.

Oost-Jeruzalem, tot 1967 onder Jordaans bestuur net als de rest van de Westelijke Jordaanoever, werd in 1967 geannexeerd door Israël. Tegelijkertijd werd een hele hap uit de Westelijke Jordaanoever bij het geannexeerde Oost-Jeruzalem gevoegd (dorpen die normaal bij Bethlehem hoorden). De annexatie, illegaal onder internationaal recht, stuitte meteen op internationaal verzet, zelfs vanwege de Verenigde Staten. In 1971 verklaarde de VN-veiligheidsraad de annexatie ‘totaal ongeldig’ (Resolutie 298, september 1971). Toch bekrachtigde de Israëlische ‘Basic Law’ van 30 juli 1980 de status van Jeruzalem als ‘onverdeelde hoofdstad’ van Israël. Vrijwel meteen reageerde de VN-veiligheidsraad opnieuw door te verklaren dat alle maatregelen die Israël neemt om het karakter van Oost-Jeruzalem te veranderen ‘nietig en zonder effect zijn’ (Resolutie 478, augustus 1980).

Eén van die maatregelen is de uitbreiding van de nederzettingen rond Oost-Jeruzalem. Amnesty International klaagt dit consequent aan en volgt daarin het internationaal recht, dat Oost-Jeruzalem nog steeds beschouwt als bezet gebied. De Vierde Conventie van Genève (artikel 33) stelt dat het illegaal is delen van de eigen bevolking naar bezette gebieden over te brengen. Dat is in feite wat er gebeurt met de Israëlische nederzettingen op de bezette gebieden, waaronder Oost-Jeruzalem.

Pieter Stockmans
Landenteam Israël/OT/PA
Amnesty International Vlaanderen

vrijdag 15 juni 2007

Qassam-raketten op Sderot

Mensenrechtenschendingen aan Palestijnse zijde komen aan bod in het artikel ‘Palestijnse raketten maken leven in Sderot tot een hel’ in De Morgen van donderdag 7 juni . Vanuit de Gaza-strook vuren Palestijnse gewapende groepringen al maanden Qassam-raketten af op Sderot, een Israëlisch dorp aan de grens met de Gaza-strook. Qassam-raketten kunnen niet adequaat worden gericht op militaire doelwitten.

Zulke aanvallen, waarbij de gewapende groepering weet dat er burgerslachtoffers zullen vallen, worden ook beschouwd als opzettelijke aanvallen op burgers. Dat is een zware schending van het Eerste Aanvullende Protocol van de Conventies van Genève en dus een oorlogsmisdaad (artikel 48, 51 en 85). Een aanval moet ten allen tijde onderscheid maken tussen strijders en burgers. Zie hierover een recent persbericht van Amnesty International: ‘Civilians in the line of fire in Gaza and Sderot’.

Pieter Stockmans
Landenteam Israël/OT/PA
Amnesty International Vlaanderen

Radicalisering aan beide zijden

Op woensdag 6 juni publiceerde De Morgen het artikel ‘Palestijnse tv-journalistes met dood bedreigd’, over de bedreigingen die een radicaal-islamistische groep uitte aan het adres van Palestijnse journalistes die presenteerden zonder niqab. Uiteraard is berichtgeving over verontrustende ontwikkelingen in de Palestijnse maatschappij zeer zinvol, maar dat geldt evenzeer voor de radicalisering aan Israëlische zijde, met name sommige groepen kolonisten, bijvoorbeeld in de Palestijnse stad Hebron.

Pieter Stockmans
Landenteam Israël/OT/PA
Amnesty International Vlaanderen

Evenwichtige berichtgeving

Een voorbeeld van evenwichtige berichtgeving is het artikel van Frank Schlömer ‘Veertig jaar Zesdaagse Oorlog, veertig jaar Israëlische bezetting’ in De Morgen van maandag 4 juni 2007. Het artikel schets niet alleen de politieke voorgeschiedenis van de bezetting. Ook de schendingen van mensenrechten die vandaag de dag nog steeds met die bezetting gepaard gaan, komen aan bod voor elk van de drie bezette gebieden: de Syrische Golan-hoogte, de Gaza-strook en de Westelijke Jordaanoever. Voor de Golan-hoogte en de Westelijke Jordaanoever wordt de illegale aanwezigheid van duizenden Israëlische kolonisten benadrukt.

Pieter Stockmans
Landenteam Israël/OT/PA
Amnesty International Vlaanderen

dinsdag 5 juni 2007

De scheidingsmuur van Peres en Belga

Het landenteam neemt ook de terminologie en de woordkeuze in de media onder de loep. Vooral rond de muur bestaan er verschillende terminologieën die meestal de juiste lading niet dekken. In het artikel ‘Israël verwerpt beschuldigingen Amnesty-rapport’ in een Belga-persbericht van 4 juni wordt het woord ‘scheidingsmuur’ gebruikt. Die woordkeuze wekt de verkeerde indruk dat de muur bedoeld is om Israëli’s van Palestijnen te scheiden. Dat is niet zo, aangezien de muur niet loopt op de Groene Lijn, de internationaal erkende grens tussen Israël en de bezette Palestijnse gebieden, maar op Palestijns gebied. Als de muur dan toch en scheidingsmuur moet zijn, dan scheidt hij wel Palestijnen af van andere Palestijnen en van hun land, omdat de muur Palestijnse gemeenschappen dwars doormidden snijdt, enkel en alleen om territoriale continuïteit te verzekeren tussen Israël en de illegale Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.

In het persbericht beweert Shimon Peres, op dit moment presidentskandidaat in Israël, dat ‘de Palestijnen’ zelf verantwoordelijk zijn voor ‘hun lot’. Dit is de logica van de collectieve bestraffing. Peres is nogal dubbelzinnig. Enerzijds laat hij uitschijnen van mening te zijn dat de muur er ter wille van de veiligheid staat. Hij noemt de muur een veiligheidsgrens. Anderzijds voegt hij daaraan toe dat de Palestijnen de humanitaire problemen die door deze nieuwe grens ontstaan zijn, over zichzelf hebben afgeroepen door de tweede intifada en de eindeloze zelfmoordaanslagen aan het begin van de 21e eeuw. Met dat laatste beweert hij dus impliciet dat de muur en alle andere beperkingen een vorm van collectieve bestraffing zijn en dat is illegaal onder de Vierde Conventie van Genève (artikel 33). Spijtig dat het Belga-persbericht dat er bij wijze van informatie niet even langs plaatst. Wij doen het graag in hun plaats.

Pieter Stockmans
Landenteam Israël/OT/PA
Amnesty International Vlaanderen

'Israël is het enige land in het Midden-Oosten waar mensenrechten in de politieke cultuur centraal staan'

Het installeren van een effectief mensenrechten-monitoringsysteem is één van de belangrijkste eisen die AI in het nieuwe rapport ‘Enduring occupation’ stelt aan de internationale gemeenschap. In een kort artikel op De Standaard Online (en Het Nieuwsblad) van 4 juni 2007 'Amnesty pleit voor toezicht op Israël en Palestijnen' (persbericht novum) staat op die eis al een reactie van het Israëlisch ministerie van Buitenlandse Zaken te lezen. Het artikel vermeldt het volgende: Het Israëlische ministerie van buitenlandse zaken liet via woordvoerder Mark Regev weten dat Israël al voldoende toezicht heeft ingebouwd in zijn eigen systemen. 'Israël is het enige land in het Midden-Oosten waar mensenrechten in de politieke cultuur centraal staan', zei Regev. 'Ons respect voor het recht, de individuele vrijheid en mensenrechten zijn in onze samenleving essentieel, of het nu om Joden of Arabieren, Israëliërs of Palestijnen gaat.'

Spijtig genoeg maakt het artikel geen enkele melding van het overschot aan argumenten in het Amnesty-rapport om die stelling te ontkrachten. Indien Regev het veiligheidsargument zou gebruiken om de eventuele schendingen te verantwoorden, dan nog blijkt uit het Amnesty-rapport dat de beperkingen op de bewegingsvrijheid van de Palestijnen en alle zware mensenrechtenschendingen die daaruit volgen, ten eerste disproportioneel zijn en ten tweede ineffectief. Disproportioneel: AI is van mening dat het internationale mensenrechtenkader voldoende ruimte voorziet voor regeringen om een antwoord te bieden op veiligheidsproblemen. Israël treedt ver buiten dat kader. Ineffectief: voortdurende mensenrechtenschendingen voeden het extremisme en zullen de veiligheid niet verhogen. Er is alleszins geen bewijs dat het schenden van mensenrechten van de ene bevolking de veiligheid van de andere bevolking verhoogt. Geen veiligheid zonder respect voor fundamentele rechten, is voor AI het idee achter het monitoringmechanisme. Spijtig dat dat in het persbericht niet even geduid wordt.

Pieter Stockmans
Landenteam Israël/OT/PA
Amnesty International Vlaanderen